Hoe ga je om met Rutger Castricum? Het blad Communicatie vroeg mij welke tips ik als mediatrainer heb.

Wat als een Rutger Castricum voor je deur staat met draaiende camera en een lastige vraag? Wat gebeurt er dan in je brein? En wat kun je doen?

Als de roze microfoon opdoemt, lijkt het onheil onafwendbaar. Vanaf het moment dat je de Viking met de blonde manen op je af ziet komen, gevolgd door een draaiende camera, sta je aan de grond genageld. Het is zijn reputatie. En zijn intimiderende postuur. Maar boven alles is het zijn geestelijke kracht, die je al bij voorbaat verplettert. Hij overrompelt je met een impertinente vraag, interrumpeert je in je antwoord, doet ineens aardig, treitert verder. Hij put uit een heel register. En je kunt hem een proleet noemen, of juist verfrissend, maar wat Rutger Castricum van Powned in de kern doet, volgens psycholoog en lichaamstaaldeskundige Denise Dechamps, is stress creëren. ‘Hoe meer stress, hoe meer je verwijderd raakt van het buitenste deel van je brein. De neocortex, waar het verstand regeert. Je trekt je terug in het binnenste. Waar je reptielenbrein zich bevindt, de primaire impulsen. Vechten of vluchten?’

Uit jouw comfortzone

Voel je stress, dan is de kans groter dat je je verspreekt of iets anders onhandigs doet. Dat doet het goed op tv. Ontregelen is het doel, zegt voormalig RTL Nieuws-journalist en mediatrainer Leo de Later. ‘Castricum bepaalt het speelveld, hij lokt je uit jouw comfort zone. Met een vaak idiote vraag, die je soms had kunnen zien aankomen, maar die hoe dan ook zo vilein is en op de man is gespeeld, dat je even van slag bent. Je zoekt naar houvast, en gaat om tijd te winnen nog op de vraag in ook. Terwijl dat helemaal niet hoeft.’

De keuze is aan jou, vindt hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit van Leiden Willem van der Does. Of je doet met Castricum mee in een gevecht dat je eigenlijk niet kunt winnen, of je negeert hem en loopt door. Maar dat is lastig, want hij volgt je gewoon, met de camera. Op tv zal het lijken dat je vlucht. ‘Hem doodzwijgen werkt alleen als alle politici dit doen. Een cordon sanitaire. Tenslotte is de standing van de politiek in het geding. Een plek waar werd geschaakt, en soms werd gejudood, maar waar ineens een kickbokser is binnen komen lopen. Een pestkop die de zwakste in de groep uitzoekt en die even lekker gaat vernederen, terwijl de rest schaapachtig toekijkt.’

Reptielenbrein

Voor we maatregelen treffen, eerst de slachtofferhulp. Wat gebeurt er in je hoofd als een journalist je zo agressief benadert? Is er iets tegen te doen? Tenslotte zit niet elke geïnterviewde meteen op de kast en reageert defensief. Een enkeling blijft kalm, antwoordt kordaat. ‘Maar het ongemak is bij iedereen zichtbaar’, zegt Dechamps. ‘Dat zie je aan de op elkaar geperste lippen, een teken van woede en verdriet. Je ziet het ook aan het vele verbroken oogcontact. Je gaat terug naar zijn ogen – en je schrikt opnieuw van de cynische blik. Dat heen en weer gaan voedt jouw reptielenbrein met een signaal: stress. Waardoor je nóg meer stress voelt en niet meer helder kunt nadenken. Kijk liever naar zijn wenkbrauwen.’

In je reptielenbrein sta je voor drie opties. Vluchten, vechten of freezen. De meeste mensen freezen, zegt Van der Does. ‘Ze denken bij voorbaat dat ze weerloos zijn, staren als een konijn in de koplampen. Je hartslag vertraagt, je lichaam wordt letterlijk immobiel. Acute bevriezing treedt op.’ Gevolg is dat je niks beters weet te bedenken dan alle vragen braaf te beantwoorden, zo valt De Later op bij het zien van een reeks filmpjes van Rutger. ‘Je laat het gebeuren, focust volledig op hem. In het gesprekje laat je je alle kanten op sturen.’

Volledig blokkeren

Klassieke freeze is die van minister Ella Vogelaar. Ze viel stil en bleef maar staren. Er ging niks meer in dat hoofd om, blanco. Recent overkwam het een Amsterdamse gemeentewoordvoerder, die bij een normale vraag over een vreemd gemeentelijk verbod op knielaarzen en korte rokjes volledig blokkeerde. De benen los van elkaar, netjes samengelegde handen ook. Maar zijn gezicht sprak boekdelen. Het aankijken werd staren. De stress was al te veel opgelopen.

Niet iedereen vervalt in freezen. Zo dacht burgemeester van Almere Annemarie Jorritsma eerder aan vluchten. Toen echter Rutger haar opdringerig bleef volgen en bleef treiteren, viel ze uit haar rol, en dreigde ze nogal potsierlijk de politie te bellen. Autoritair gedrag van een regent, een makkelijke prooi. Geen tv-kijker wist nog waar het item over ging, maar de imagoschade was een feit. ‘Je medewerking weigeren aan een interview is iets anders dan vluchten’, zegt De Later. ‘Vluchten ging niet meer, Jorritsma lag al languit in de arena. Omdat ze zich van meet af door hem liet verlagen, en niet boven het proces stond.’ Als ze de eerste keer simpelweg had geantwoord – of in ieder geval een eigen verhaal had gehouden – was er niets aan de hand geweest.

Tenslotte kiezen enkele dapperen voor de optie vechten. Mensen buiten de politiek, overheid of het bedrijfsleven, persoonlijkheden die voor zichzelf staan, hebben minder te verliezen en doen bijdehand terug. Als Rutger tegen actrice Chantal Janzen zegt dat hij ‘nat en goor’ wil kussen, is ze benieuwd hoe hij dat met de cameraman gaat doen. Hij houdt aan, maar ze blijft lachen. Ze zegt op zijn vragen niet in te kunnen gaan. ‘Dit is toch Geen Stijl? Jij bent echt heel erg. Kun je jezelf in de spiegel aankijken?’ En alles met een lach. Terug ontregelen. Een nieuw speelveld, een koekje van eigen deeg. De oplossing? Niet altijd. Professor Andreas Kinneging, die overigens aan gewichtheffen doet, en de kickbokser aan de deur krijgt met een ‘vraagje’ voor echtgenote en columniste Naema Tahir, lijkt in een flits te worden overgenomen door een testosteronboost. Hij besluit zélf te gaan kickboksen. Als een psychopaat kijkt hij langdurig in de camera, duwt dan de camera weg, neemt Rutger in een wurggreep en brult minutenlang dat als hij hem nog een keer aan zijn deur ziet, hij in de plomp eindigt. ‘Is dat goed begrepen?’ Van Rutger is ineens niets meer over. Hij staat beteuterd als een kleutertje. Een interessant kijkje in diens psyche. Maar heeft Kinneging gewonnen? Of heeft hij eigenlijk iets verloren?

Te heet onder de voeten

Ook het heethoofdige Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu denkt dat hij een gelijk gevecht voert, terwijl hij zich in feite laat meeslepen naar onbekend terrein. ‘Hoewel hij goed voorbereid lijkt, en verbaal overeind blijft, gooit hij alles in de soep met zijn lichaamstaal’, ziet Dechamps. ‘Hij houdt zijn handen op zijn rug, waarmee hij het signaal geeft dat hij iets te verbergen heeft. Bovendien wiebelt hij van zijn ene been op het andere. Alsof het hem te heet onder de voeten wordt. Op die fysieke handelingen reageren je hersenen, en geven nog meer van het stresshormoon cortisol af. Dat kost hem kracht.’ De woordvoerder van hogeschool INholland tot slot, waar is gefraudeerd met examens, denkt het met een proactieve aanval op het thuisterrein van een collega van Rutger op te lossen. Maar met haar knipoog naar de onbetrouwbare journalistiek van Geenstijl en Powned ontregelt ze juist zichzelf, want de verslaggever slaat meteen terug. Van de weeromstuit beweegt ze met hem mee. Hij weet haar zo gek te krijgen hem een rondleiding door de school te geven, en zelfs tikkertje in de gymzaal met hem te doen.‘Maak het jezelf toch niet zo moeilijk’, zegt De Later. ‘Voor wie sta je daar? Wat wil je de mensen thuis meegeven?’

Cabaret

Het is lastig de mensen thuis iets mee te geven, als de verslaggever voortdurend de microfoon terugtrekt voor weer een belediging. Nog geneukt? ‘Toch weet je dat hij dat soort dingen zegt’, zegt De Later. ‘Je kunt je voorbereiden. Ook die gemeentewoordvoerder had alle tijd zijn boodschap te bedenken toen hij in de taxi van het stadhuis naar het stadsdeel reed. Waarom Rutger meteen te woord staan? Trek je even terug, laat hem maar wachten. Je zou het bijna vergeten, maar je hebt een enorme informatievoorsprong op de vragensteller. Alleen de vraag ken je nog niet. Is het een vraag waarop het lastig antwoorden is? Laat de vraag de vraag en kom met je eigen verhaal. Zie het als een vehikel voor jouw boodschap. Adresseer het probleem, buig mee en keer terug bij je standpunt.’ Heb je niets te zeggen? ‘Dan zeg je dat’, vindt Van der Does. ‘Ik heb je niets te zeggen. “Waarom niet?” Dat zeg ik ook niet.’ Of zeg eerlijk wat je vindt. ‘Dit lijkt een interview Rutger, maar dat is het niet. Het is toneel. Je speelt de nieuwsjournalist. Dat mag jij doen, maar ik doe niet mee aan deze terreur. Voor mijn airtime heb ik jou niet nodig.’

Probleem is: de slachtoffers van Rutger komen hier niet aan toe. De stress is al te hoog opgelopen. Toch is stress te reguleren. ‘Preventief, maar ook tijdens het gesprek’, zegt Dechamps. ‘Met behulp van je lichaamstaal, dat niet alleen een uiting is van je gemoedstoestand, maar ook een regulator. Schouders al hoog als Rutger in aantocht is? Dan ga je rationeel offline. Maar andersom, als je langdurig fronst met je wenkbrauwen, maak je juist hormonen aan die jou echt boos doen voelen. Sta je als een kolonel, met beide vuisten in de zij, dan baken je territorium af. Dat voelt soms best goed. Sommige mensen die een lastig gesprek ingaan, trekken zich terug op de wc, en nemen een powerpose aan. Met de vuisten in de lucht en kin omhoog, á la Emile Ratelband. Yes! Yes! Het voelt belachelijk. Maar onderzoek toont aan dat na twee minuten powerpose je testosteron met twintig procent is toegenomen, en je stresshormoon cortisol met 25 procent is afgenomen. Ook tijdens het gesprek kun je via je lichaam subtiel je mimiek verbeteren. Met zogeheten semi power poses, zoals één hand in de zij.

Plezierig kort

Toenmalig politiek leider van GroenLinks Femke Halsema, een kop kleiner dan Rutger, had echter geen powerpose nodig. Ze hield het graag plezierig kort.

Rutger: ‘Vind je het erg als ik zeg: twintig jaar GroenLinks, er is geen hol gebeurd.’ Ze lacht, buigt eerst even mee. ‘Ik vind het heel erg dat je dat zegt. Natuurlijk.’ Ze stopt abrupt. Kijkt hem afwachtend aan. Volgende vraag?

Rutger: ‘Ehm, maar is het wel een beetje zo?’ Ze zit even aan haar neus, een mogelijk teken dat ze moeite heeft met de dominantie van de ander, of om tijd te winnen. ‘Nee.’ Ze pakt door met een feit. ‘Het is misschien een nachtmerrie voor jou, maar we besturen een derde van het land.’ Opnieuw houdt ze het kort, ze laat zich niet meeslepen door haar eigen verhaal. Rutger: ‘Maar nooit op landelijk niveau.’ ‘Nee. Dat komt wel als dit kabinet valt.’ ‘Doet het pijn dat je al die jaren nooit het verschil hebt gemaakt?’ Ze herformuleert zijn vraag. ‘Je bedoelt dat ik nog niet heb kunnen regeren.’ Zo trekt ze hem op haar terrein. En ze geeft zichzelf eerlijk antwoord. ‘Ja, dat doet pijn.’ Ze stopt weer abrupt, blijft hem aankijken. Nog vragen? Ben je klaar? Hij is door zijn vragen heen. Als hij langer aanhoudt, verraadt hij zijn immer matige voorbereiding. En hij druipt af.

Is Halsema een zeldzaam voorbeeld van mediatalent? Iets wat slechts weinig mensen is gegeven? De Later vindt dat iedereen dit kan leren. Ook Halsema is niet onbewust bekwaam. Laatst werd haar op het Boekenbal door AT5 ineens een microfoon voorgehouden. ‘Stop even met filmen’, zei ze. ‘Waar gaat dit over en waar is het voor?’

Doorwaakte nachten

De Later verbaast het niet. Toch weer de voorbereiding eisen, altijd de regie willen behouden. Zelfs na zoveel jaar politiek. Wat dat betreft kunnen we ook veel leren van de jonge staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhoff, die in tijden van hoogoplopende spanningen rond asielzoekerscentra, en lange doorwaakte nachten van overleg, Rutger op ontspannen wijze de baas blijft.

Rutger: ‘Vermoeiende tijden, u ziet er moe uit.’ ‘Ik hoopte eigenlijk dat het niet te zien was.’ Dijkhhoff oogt passief kalm. Alsof er een boze hond voor zijn neus staat, ziet Dechamps. Hij toont geen angst, lijkt ook niet de controle over de situatie te willen hebben. Wel is er een soort focus. Zodra hij even zijn hand gebruikt, is er direct meer controle. Steve Jobs maakte daar veel gebruik van. Hij hield als het ware een rugbybal vast, iets onder de borst, waarbij de handpalmen naar boven wezen en de vingertoppen naar de ander. Maar voor Dijkhoff hoeft die poespas niet. Hij laat zijn armen tegen alle non-verbale regels in naast zijn lichaam bungelen. En in zijn antwoord wordt hij weliswaar vaak onderbroken, doordat de microfoon steeds weer wordt teruggetrokken voor een vervelende tussenwerping, maar als de microfoon terug is, gaat hij niet in op de interruptie, maar pakt gewoon de draad weer op van het antwoord waarmee hij nog bezig was. Tegenover nieuwe valse suggesties stelt hij feiten. Bij beledigingen (‘staatssecretarisje’) blijft hij Rutger rustig aankijken. ‘Allemaal leuke vragen, maar ze stemmen niet overeen met de werkelijkheid.’

Rutger is al snel door zijn vragen heen. Probeert het gesprek nog te rekken. ‘Genoeg slapen wel hè? Deze kleine oogjes, dat kan niet. Beetje visagie.’ ‘Dat is toch weer een stap verder.’ ‘Want we zijn geen homo?’

‘Volgens mijn vrouw ben ik dat niet. En jij vast ook niet. Maar het lijkt me niet zo relevant.’ Hij had Rutger nog kunnen terecht wijzen vanwege zijn onfrisse, discriminatoire opmerking, maar ook deze laatste poging om hem te ontregelen is afgeslagen. En dan moet Rutger hem laten gaan. In het voorbijgaan raakt Dijkhoff even de kraag van zijn hemd aan, alsof hij wil ventileren. Rutger grijnst hem na. Nipt verloren. Het interesseert hém geen bal.

Leo de Later

Omgaan met Rutger Castricum – artikel in Communicatie
door Jeroen Siebelink