Corona en de crisiscommunicatie van het kabinet

In tijden van crisis moet elke boodschap helder en simpel zijn. Anders ligt verwarring op de loer. De persconferentie van maandagavond 23 maart door het crisisteam van het kabinet blonk niet uit in helderheid en eenduidig woordvoerderschap. Vier ministers die elk hun eigen verhaal houden! Overkill aan informatie en niet effectief zo blijkt. Na afloop bleek er onduidelijkheid over een van de maatregelen.

Verwarring
Op de persconferentie werd 1 juni genoemd als datum voor het verbod op groepsevenementen. Aanvankelijk werd door kijkers gedacht dat dit ook gold voor het verplichte thuiswerken. Maar dit blijft vooralsnog 6 april. Verwarring dus, waar de volgende dag het RIVM aan te pas moest komen om helderheid te scheppen. Toen journalisten navraag deden. Kijk je de persconferentie terug dan is er niets gezegd over verplicht thuiswerken. Wel de oproep om alleen naar buiten te gaan als het strikt nodig is. Door het niet helder te benoemen zijn mensen het kennelijk zelf gaan invullen. Veel communicatie is emotie. Je vult zelf aan wat je denkt te horen. Dat gebeurt vooral als er hiaten in de informatie zitten. Dat hiaat ga je zelf opvullen. Je gaat speculeren. Kennelijk is men hier in de voorbereiding van de persconferentie onvoldoende alert op geweest.

Het belangrijkste nieuws eerst
Het valt op dat de persconferentie van maandag allereerst werd gebruikt om een beschrijving van de situatie te geven, hoe hard er in de zorg wordt gewerkt, hotelketens die helpen, een standje voor de mensen die zich niet houden aan de regel om afstand te houden, hulde voor degenen die zich er wel aan houden etc. En waar zat het belangrijkste nieuws, het nieuws waarvoor we allemaal hadden ingeschakeld? Na acht minuten! kwam minister Grapperhaus met de kern, het verbod op groepsevenementen. In crisiscommunicatie geldt als regel – eerst het belangrijkste nieuws, het slechte nieuws, daarna de rest. Dat vraagt dus een andere opbouw.

Vier woordvoerders
Is het noodzakelijk dat de vakministers in de persconferentie aantreden? Thuis moeten we al die mondelinge informatie van vier ‘woordvoerders’ verwerken. Een simpele wetmatigheid in de communicatie is, hoe meer woordvoerders en hoe meer informatie, hoe groter de kans dat er ruis ontstaat. Dat wil je niet als iedereen een belangrijke maatregel tussen de oren moet krijgen. Hou het kort, simpel en kom meteen met de belangrijkste boodschap. En spreek met een stem.

Een woordvoerder
Het is verstandiger om een centrale woordvoerder te hebben – de minister-president. Vanuit zijn rol is het belangrijk dat hij zichtbaar is en de leiding neemt. De informatie die moet worden gedeeld is niet zo technisch en ingewikkeld dat daar steeds de vakministers ook aan te pas moeten komen. De wekelijkse persconferentie van Rutte laat al jarenlang zien dat dat helemaal niet nodig is.